Ontstekingsreuma is met medicijnen al veel beter te onderdrukken dan vroeger. Leidse reuma-onderzoekers willen meer en zetten hoopgevende stappen. Gaat de wetenschap reuma eindelijk de wereld uit helpen?
Dit artikel verscheen op 4 januari 2019 in de Volkskrant (weekendbijlage Sir Edmund).
Het begon eind 2011 met een lichte pijn in de voet. ‘Die kwam van binnenuit, zoiets had ik nooit eerder gevoeld’, vertelt de 39-jarige Luka (een pseudoniem, omdat niet iedereen in haar omgeving van haar ziekte weet). Het was dat haar moeder reumapatiënt was, anders had ze de link met reuma waarschijnlijk niet gelegd. In de maanden daarna kwam en ging de pijn, steeds vaker gepaard met stijfheid. Soms zat het in de voet, andere keren in de hand of knieën. ‘Dan pas merk je hoe vaak je je handen en voeten gebruikt. Iemand de hand schudden kon al pijn doen. Computerwerk, traplopen of aankleden werd ook lastiger. En zit de pijn in je pols, dan voel je tijdens het fietsen elk hobbeltje in de weg.’
Wat Luka ervoer was het voorstadium van reumatoïde artritis, ontstekingsreuma. In Nederland hadden in 2017 zo’n 248 duizend mensen deze vorm van reuma, volgens schattingen van Nivel zorgregistraties. Het is een auto-immuunziekte waarbij het lichaam gezond weefsel in gewrichten aanvalt, met ontstekingen als resultaat. De diagnose wordt gesteld als aan de buitenkant van het lichaam zwellingen ontstaan. Pas dan weet de arts zeker dat hij te maken heeft met ontstekingsreuma.
Met medicatie zijn de ontstekingen tegenwoordig goed te onderdrukken, maar onderzoekers denken dat het nog beter kan. In Leiden werken drie onderzoeksgroepen samen aan het vinden van een manier om reuma volledig te voorkomen of te genezen. Ze willen de ziekte vroeger opsporen en het afweersysteem ‘heropvoeden’. ReumaNederland is enthousiast en kondigde onlangs aan 1,5 miljoen onderzoeksgeld beschikbaar te stellen aan het LUMC. Gaat de wetenschap reuma eindelijk de wereld uit helpen?
Dromen over genezing
Ooit leek dromen over genezing van reuma waanzin. Artsen hadden geen idee hoe het ontstond, ze waren allang blij als hun patiënt niet in een rolstoel eindigde. In de jaren vijftig was het belangrijkste advies rust houden. Inmiddels weten we dat dat niet helpt. Een afweersysteem dat gaat muiten tegen eiwitten in het eigen gewrichtsweefsel heeft geen boodschap aan bedrust. Doe je niets, dan ontstaat blijvende schade aan de gewrichten.
De rolstoelen zijn anno 2018 nagenoeg verdwenen uit de wachtkamer van de reumatoloog. Vooral de afgelopen twintig jaar is enorme vooruitgang geboekt, zegt Tom Huizinga, hoofd reumatologie van het LUMC. Hij zit in zijn kantoor om tafel met collega’s Annette van der Helm-van Mil en Jaap-Jan Zwaginga. Ieder leidt zijn eigen onderzoeksgroep, gezamenlijk proberen ze reuma uit te bannen. Ze zijn hoopvol, door wat er al is bereikt. Er komt steeds betere medicatie, die sneller dan vroeger wordt ingezet. Dat blijkt bij veel patiënten succesvol.
Zo ook bij Luka. Zij kreeg halverwege 2013 de officiële diagnose, terwijl ze in het LUMC als proefpersoon meedraaide in een onderzoek naar het voorstadium van reuma. ‘Eigenlijk was dat ook wel een opluchting. Vanaf toen kon ik beginnen met medicatie, die gelukkig goed aansloeg. Dus ik kreeg na een lange periode met pijn en stijfheid als het ware mijn leven terug.’
Reuma blijft echter een chronische ziekte. Niet alle symptomen verdwijnen, veel patiënten ervaren nog steeds vermoeidheid. En ze moeten dure medicijnen blijven slikken, die niet zonder bijwerkingen zijn. Huizinga: ‘We onderdrukken het hele afweersysteem, dus de medicatie maakt mensen gevoeliger voor infecties.’
Liefst zouden de Leidse onderzoekers nog specifiekere medicijnen hebben, of de ziekte zelfs volledig kunnen genezen. Dat is om meerdere redenen een zware kluif. Ten eerste zit de ziekte niet op één plek. Van der Helm-van Mil: ‘Een tumor bijvoorbeeld kun je lokaal behandelen. Maar het immuunsysteem zit overal in je lichaam.’ Daarnaast weten wetenschappers nog steeds niet exact hoe reuma ontstaat. Verkeerde genen en omgevingsfactoren als roken verhogen het risico, maar soms lijkt het gewoon domme pech.
Nog een uitdaging: het geheugen van het afweersysteem. Komen schadelijke stoffen ons lichaam binnen, dan maken witte bloedcellen antistoffen aan. Dat zijn de wapens die de indringers het lichaam uitvechten. Het afweersysteem onthoudt dat gevecht. Heeft zo’n indringer het lef om terug te komen, dan haalt het immuunsysteem diezelfde wapens razendsnel weer uit het wapendepot. Dat is handig om niet om de haverklap ziek te worden van hetzelfde rondwarende virus, maar bij een auto-immuunziekte werkt het in je nadeel. Dan bouwt het immuunsysteem een steeds groter wapendepot op om telkens weer het eigen lichaam aan te vallen.
Om reuma te genezen, zou je een manier moeten vinden om die geheugenfout te wissen. Liefst zo vroeg mogelijk, denken onderzoekers, omdat het afweersysteem dan nog niet al te hardleers is.
Daarvoor moeten artsen ten eerste beter begrijpen wat bij reuma misgaat in het lichaam, een vraag waarover Huizinga zich buigt. Onlangs vond hij in bloedmonsters een stofje dat alleen bij reumapatiënten voorkomt. ‘Het viel ons op dat reumaspecifieke antilichamen iets groter zijn dan bijvoorbeeld antilichamen bij tetanus of griep. Dat bleek te komen door een specifiek suikertje.’ Zijn theorie is dat dit suikertje een overlevingssignaal teruggeeft aan de witte bloedcellen die antilichamen maken om nóg meer antilichamen te maken. Vind je een manier om de cel die dat suikertje maakt aan te pakken, dan smoor je de ziekte mogelijk in de kiem. Al zou niet iedereen daarmee geholpen zijn: de Leidse onderzoekers vonden het suikertje slechts bij een deel van de patiënten.
Vroeg ingrijpen betekent ook vroeg opsporen. ‘Op het moment dat mensen bij de arts komen met zichtbare zwellingen is het misschien al te laat, dan is het al een chronische ziekte geworden’, legt Van der Helm-van Mil uit. ‘Inmiddels weten we dat het immuunsysteem maanden of zelfs jaren daarvoor al aan het veranderen is.’ In een Zweedse studie uit 2011 bleek dat ziekteverzuim bij reumapatiënten een jaar voor hun diagnose al omhoog schiet. Zij ervaren dan al pijn, stijfheid en vermoeidheid. Van der Helm-van Mil doet MRI-onderzoek bij mensen die in die fase zitten. Zwellingen zijn dan aan de buitenkant nog niet zichtbaar, maar uit de MRI blijkt dat ze al wel rondom de gewrichten zitten. ‘We onderzoeken nu of we kunnen voorkomen dat de ziekte chronisch wordt als we in die fase al starten met behandelen.’
Voorspellen wie chronische reuma krijgt is nog niet zo eenvoudig. Slechts 1 op de 3 patiënten met afwijkingen op de MRI-scan ontwikkelt reuma, bij de rest gaat de onderhuidse ontsteking vanzelf over. Zou je hen allemaal behandelen, dan ontstaat dus flinke overbehandeling. Van der Helm–van Mil wist de voorspelling onlangs te verbeteren door ook te kijken naar het aantal gewrichten met ontstekingen en het soort ontsteking. Op basis daarvan blijkt de verwachting dat iemand reuma krijgt ongeveer 2 op 3 keer juist. In combinatie met bloedtests kan de analyse in de toekomst waarschijnlijk nog betrouwbaarder worden, al zal de voorspelling nooit honderd procent sluitend zijn.
Afweersysteem heropvoeden
De derde Leidse onderzoeksgroep vliegt het probleem vanuit geheel andere hoek aan: daar willen ze het afweersysteem buiten het lichaam heropvoeden. Een centrale speler in het afweersysteem is de zogenoemde dendritische cel, legt hoofdonderzoeker Jan-Jaap Zwaginga uit. Hij noemt het de onderwijzercel, de meester die andere cellen leert wanneer ze de wapens ter hand moeten nemen. ‘In het lab kunnen we die onderwijzercel vanuit bloedcellen zelf kweken. We geven zo’n cel dan bepaalde eiwitten mee, waarmee hij het afweersysteem een nieuwe les kan leren: val de gewrichten niet aan, wees tolerant.’
Die nieuwe onderwijzer kan via een infuus in de bloedbaan van een patiënt worden gebracht. In kleine studies in Australië en Engeland bleek dat dit veilig kan. Veel voorwerk is ook gedaan in het veld van diabetes, waar een vergelijkbare therapie al tien jaar wordt getest. De volgende stap is om te onderzoeken of het ook wérkt. Luisteren de vechtende cellen naar de wijze woorden van de nieuwe meester en staken ze de strijd?
Het is een ‘avontuur met onbekende afloop’, zegt Jaap van Laar, afdelingshoofd reumatologie bij UMC Utrecht. Hij is niet betrokken bij het Leidse onderzoek, maar werkt zelf ook aan het heropvoeden van het afweersysteem. In Utrecht willen ze onderwijzercellen een ander eiwit meegeven dan in Leiden. ‘Hopelijk kunnen we dan de resultaten vergelijken.’
In het algemeen noemt hij het Leidse onderzoek internationaal toonaangevend. ‘Twintig jaar geleden begonnen ze daar al met data verzamelen van groepen patiënten met vroege gewrichtsontsteking. Dat leidde tot een veel beter begrip hoe de ziekte zich ontwikkelt.’ Ook over de huidige studies is hij enthousiast. ‘Het zou mooi zijn als we een antwoord vinden op de vraag of je reuma kunt voorkomen.’
Of het nu gaat om voorkomen of heropvoeden, de perfecte behandeling zal er niet van vandaag op morgen zijn. Dat is een proces van vele jaren, benadrukt Van Laar. In Leiden zijn ze zich daar terdege van bewust, al kijken ze optimistisch naar de toekomst. Huizinga: ‘We zijn er nog lang niet. Maar het feit dat ik als reumatoloog kan hopen dat we mensen kunnen genezen is fantastisch.’
Reuma in de kunst
Reuma is van alle tijden. De Griekse filosoof Hippocrates schreef al over gewrichtsontstekingen, beginnend bij de handen en voeten. Op diverse schilderijen van kunstenaars als Botticelli en Rubens zijn vervormde, opgezwollen handen te zien. Misschien hadden ze hun dag niet toen ze die schilderden, maar kenners herkennen er reumaschade in. Mogelijk was Rubens zijn eigen inspiratiebron, er zijn theorieën dat de meester aan ontstekingsreuma leed. Een artiest die vrij zeker reuma had was de Franse schilder Pierre-Auguste Renoir. Hij bleef lang schilderen, uiteindelijk liet hij het verfpalet aan zijn rolstoel vastbinden en moesten anderen de kwast in zijn hand drukken.
Doneren
Dit artikel kon je gratis lezen via mijn website. Waardeer je het en wil je dat laten blijken? Je kunt mijn journalistieke werk steunen met een donatie.