Vorig jaar volgde ik rond deze tijd een fotografiecursus, gewoon voor de lol. Voor die cursus moest ik een project bedenken, een thema waar ik gedurende de cursus mijn tanden in zou bijten. Als kattenliefhebber met interesse in dierenfotografie kwam ik uit bij supermarktkatten. Maar het project ging niet alleen over die katten zelf, maar ook over hun interactie met de omgeving. Ik ging naar drie supermarkten waarvan ik wist dat daar vaak een vaste kat een strategische positie innam, binnen bereik van liefde en lekkere hapjes – toegeschoven door mensen die onterecht dachten dat het dier geen warm huisje had om naartoe te gaan. Heerlijk hoe katten moeiteloos mensen voor zich weten te winnen met hun schattigheid en licht manipulatieve inborst.
Normaal gesproken plaats ik alleen wetenschapsjournalistieke artikelen op deze website. Maar toen ik een LinkedIn-post plaatste over dit hobbyproject, met de vraag of mensen nog meer voorbeelden van ‘supermarktkatten’ kenden, kwamen daar veel reacties op. Ik geloof niet dat ik ooit eerder zoveel bereik op LinkedIn heb gehad met een bericht. De reacties leverden me geen bruikbare leads op, maar toonde wel aan dat ik niet de enige was die enthousiast werd van dit thema. Toen ik laatst mijn website weer eens ging updaten, heb ik daarom besloten ook dit hobbyproject te delen. Een samenhangende, technisch goede fotografiestijl heb ik tijdens de cursus niet ontwikkeld – maar de foto’s vertellen in mijn ogen gezamenlijk wel een mooi verhaal over de kat in de stad.




De stadskat fascineert me. De manier waarop deze bewoners zich door de straten bewegen, mensen om hun poezelige pootjes winden of juist wrevel veroorzaken. Geregeld zijn mensen hun kat kwijt, omdat die gezellig bij iets te gastvrije buren op de bank is gekropen. De gedachte erachter is vaak: dat arme katje stond zo luid miauwend in de tuin, die moet wel uitgehongerd zijn of verdwaald. In werkelijkheid is de kans groot dat hij net met volle maag door het kattenluikje van zijn eigen huis naar buiten is gestapt.
Terwijl de struinende viervoeter door de ene buur met open armen wordt ontvangen, wordt hij bij de andere weggejaagd met de plantenspuit. ‘Mensen moeten hun katten binnenhouden’, briesen sommigen binnensmonds, kokend van woede over de buurkat die vogeltjes uit hun tuin wegjaagt of het strakke bloemenperkje komt bemesten. Een buurtkat met goed survivalinstinct leert razendsnel waar hij met een boog omheen moet lopen en waar juist wat te halen valt.


Ook de supermarktkat wekt al dit soort emoties en reacties op, maar dan in een nog grotere groep mensen die elkaar vinden in hun liefde of irritatie. Rond de tijd dat ik eind 2024 voor mijn fotografiecursus een onderwerp voor een fotoproject moest kiezen, las ik in de app Nextdoor een felle buurtdiscussie rondom een kat die zou rondhangen bij een filiaal van de Action. Sommigen waren simpelweg fan, maar er waren ook mensen die zich zorgen maakten. Volgens hen woonde de kat officieel aan de overkant van de drukke straat en was het levensgevaarlijk dat diens baasje(s) het dier zomaar naar de winkel lieten slenteren. Weer anderen riepen nadrukkelijk op geen voer voor het dier te kopen in de Action, wat uiteraard wel gebeurde. Ook onder het LinkedIn-bericht dat ik zelf plaatste over mijn fotografieplan kwam een enkele zure reactie: ‘kutbeesten moeten een schop onder hun reet krijgen in plaats van doodgevoerd met bakjes Sheba.’ Deze katten waren volgens de reaguurder ‘sletten’ en de mensen die er aandacht aan gaven ‘onnozele idioten’.
De Action-kat heb ik zelf nooit gespot, maar het deed me wel denken aan een supermarktkat die ik goed kende. Dat was een bruine tijgerkat die vaak bij de ingang van de Albert Heijn zat. Op enig moment hing er een blaadje op de deur met verzoek het dier niet te voeren (helaas niet meer toen ik mijn fotoproject startte), maar dat mocht niet baten. Geregeld zag ik een kattensnoepstick of een leeg bakje voer op de stoep. Zelf hield ik het altijd bij een aai, daar had hij meestal ook wel interesse in.
De eerste keer dat ik met camera naar deze Albert Heijn toog was mijn kleine vriend nergens te bekennen. Ik kwam thuis met slechts een foto van een leeg, verfrommeld blikje kattenvoer. De keer daarop had ik meer geluk.


Als een supermarktkat het lang genoeg volhoudt, wordt hij vanzelf een buurtkat. Zo’n kat waar iedereen zich om bekommert. Toen ik een rode kater fotografeerde bij een ander AH-filiaal, vertelden meerdere mensen me enthousiast dat ze het dier goed kenden. Hoe de kat heette, wisten ze me niet te vertellen. ‘Ik noem hem altijd bromsnor’, antwoordde een dame. Hoe ze op die naam kwam begrijp ik niet goed, maar het is wel bij me blijven hangen. Bromsnor bleek een topmodel.



Het ultieme voorbeeld van de supermarktkat waar iedereen mee meeleeft, is Max. Max was al járen een bekende in de wijk, ooit woonde hij samen met een broertje in een coffeeshop. Het broertje werd tragisch genoeg aangereden en de coffeeshop verdween op enig moment, maar Max bleef. Hij verhuisde een paar keer van huis, maar koos uiteindelijk ook zijn eigen favoriete slaapplekjes. Tot op hoge leeftijd slenterde hij vol zelfvertrouwen door de straten, vaak van en naar de supermarkt waar hij graag rondhing. Toen Max ziek werd, kwam er een crowdfunding voor de dierenartskosten. En toen uit het medisch onderzoek bleek dat Max een vergevorderde tumor had en moest worden ingeslapen, ging er een schok door de wijk.
Op zijn officiële thuisadres hielden ze hem zijn laatste dagen binnen, maar via een briefje bij de supermarkt nodigden ze de buurt uit om afscheid te komen nemen. Zelf ging ik toen ook langs en maakte nog een paar laatste foto’s. Max lag er ontspannen bij. Hij had minder energie door de tumor en het warme weer, maar werd continu vertroeteld en snoepjes gevoerd door mensen die gehoor hadden gegeven aan de oproep om langs te komen. In de dagen na het overlijden van Max verschenen bij de supermarkt afscheidsbriefjes en bloemen. Zo blijkt maar dat een supermarktkat ook voor verbinding in de wijk kan zorgen.





N.B. Het auteursrecht van al deze afbeeldingen ligt uiteraard bij mij, overname en delen van deze foto’s zonder mijn toestemming is niet toegestaan.
Ik heb niemand stiekem gefotografeerd, maar mocht iemand zichzelf herkennen en het niet prettig vinden dat deze foto op mijn website staat, neem dan even contact met me op.
