Met een VR-bril de pijn te lijf

Virtual reality als vervanger van paracetamol? In het Radboudumc bestuderen onderzoekers hoe VR kan helpen bij de bestrijding van acute en chronische pijn. ‘Virtual reality is de innovatiefase al lang voorbij. Het is bewezen effectief.’

Dit artikel verscheen in 2021 in het zomernummer van Vox, het universiteitsblad van de Radboud Universiteit, en op Voxweb.
Afbeelding: screenshot van Reducept, het VR-spel tegen chronische pijn dat ik voor dit artikel uitprobeerde.

Ik zit in de cockpit van een ruimteschip, zo lijkt het. Maar dit schip maakt geen reis door de ruimte, ik zoef langs de zenuwbanen van het lichaam. Opeens glijden rode, stekelige ‘wezens’ over een zenuw links van me. Door ernaar te kijken, kan ik ze kapotschieten. Poef, weg. Maar op mijn rechterflank duiken nieuwe exemplaren op. Ze blijven komen, ik blijf ze wegstaren. Intussen verkondigt een vriendelijke vrouwenstem dat ik goede voortgang boek en me in het dagelijks leven deze oefening kan inbeelden als ik pijn voel. Want dat is wat die rode dingen voorstellen: pijn. Ik zit in een VR-spel voor patiënten met chronische pijn.

De game is niet bedoeld om pijn weg te nemen, het gaat erom dat patiënten meer controle over de pijn krijgen, verduidelijkt chirurg Harry van Goor van het Radboudumc. De behandeling is gericht op leren leven met pijnklachten die maar niet verdwijnen. ‘Als dat lukt, ervaren mensen vervolgens vaak ook minder pijn.’ De Nijmeegse arts doet verschillende studies naar VR in de zorg en is voorvechter van meer gebruik van de technologie in de praktijk, zowel in het ziekenhuis als thuis. ‘VR is in sommige situaties bewezen effectiever dan bijvoorbeeld pillen, met minder bijwerkingen. Vooral voor pijnbestrijding is dat in meerdere studies aangetoond. Maar op een of andere manier lukt het nog niet de sprong te maken naar de praktijk.’

Acute pijn

Van Goor raakte zo’n drie jaar geleden geïnteresseerd in het thema, nadat hij een congres erover had bijgewoond. Daar leerde hij ook de Amerikaanse maag-darm-leverarts Brennan Spiegel kennen, een internationaal voortrekker op het gebied van VR, met wie hij nog steeds contact heeft. Spiegel laat allerlei soorten patiënten filmpjes kijken of spelletjes doen in VR, van vrouwen met weeën tot kinderen die het eng vinden om een infuus aangelegd te krijgen. In een studie uit 2019 kregen 60 ziekenhuispatiënten van verschillende afdelingen een VR-bril, die ze een paar dagen naar believen mochten gebruiken. Meerdere keren per dag gaven ze aan hoeveel pijn ze voelden op een schaal van 0 tot 10. In de VR-groep zakte de pijnscore in de testperiode zo’n 1,17 punt meer dan in een controlegroep die het moest doen met rustgevende tv-programma’s.

Samen met verschillende snijdende afdelingen van het Radboudumc en de Sint Maartenskliniek startte Van Goor een soortgelijke studie, rondom pijnbestrijding vlak na operaties. Ze deden metingen van pijnafname en -medicatie, maar het hoofddoel was om te verkennen hoe patiënten zo’n VR-bril gebruiken: welk soort patiënt grijpt graag naar de bril vanuit het ziekenhuisbed en hoe vaak?

De resultaten hopen ze binnenkort te publiceren. Wat in ieder geval opviel, was dat ongeveer 50 procent de bril vaker gebruikte dan de minimaal geadviseerde 20 tot 30 minuten per dag, sommigen tot wel 2,5 uur per dag. Leeftijd en geslacht speelden daarin geen rol. Het is iets om op te letten bij VR-behandeling, omdat je natuurlijk niet wilt dat patiënten hun pijn zó fanatiek weg-gamen dat ze oververmoeid raken.

Bij acute pijn draait het om afleiding, om VR als directe pijnstiller: het brein vergeet in de virtuele wereld even die nare operatiewond. Toen dat bleek te werken, ook bij bijvoorbeeld brandwonden en fantoompijn, begon onderzoek naar VR bij chronische pijn op gang te komen. Daarbij gaat het om meer dan afleiding, het is eerder een virtuele variant op cognitieve gedragstherapie.

Dat kan sommigen helpen, bleek uit een studie van het Radboudumc in samenwerking met het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem. In een gerandomiseerde studie speelden 24 patiënten 6 weken lang de VR-game. Bij driekwart van hen had dit een positief effect op omgaan met de dagelijkse pijn. Van Goor: ‘Er waren ook mensen die zeiden: dit is niks voor mij. Dat is minstens zo interessant, we willen natuurlijk ook weten bij wie het niet werkt.’ In dit geval had het deels te maken met verwachtingen vooraf, denkt Van Goor. ‘De studie vond plaats in de wachttijd voor een afspraak met de anesthesist voor behandeling van hun rugpijn, daar hadden patiënten grote verwachtingen van.’ Misschien meer dan van de VR-game die ze in de tussentijd deden. Er loopt nu eenzelfde studie met patiënten met chronische buikpijn, voor wie er geen andere behandelopties zijn. ‘Je merkt dat zij positievere verwachtingen hebben van VR.’

Buikpijnstudie

Een van die patiënten in de buikpijnstudie is Gemmy, die net als de andere deelnemers pijnklachten kreeg door verklevingen: littekens die in de buik ontstaan na een operatie. Dat is operatief te verhelpen, maar voor sommigen is dat te gevaarlijk of niet effectief. We ontmoeten Gemmy eind april, als ze de VR-bril komt terugbrengen die ze een maand eerder mee naar huis had gekregen. Uit het exitgesprek met arts-onderzoeker Masja Toneman blijkt dat het experiment haar tegenviel. ‘De beelden waren te druk voor me, het waren te veel prikkels.’ Ze werd misselijk en draaierig, na een paar dagen besloot ze ermee te stoppen. De meeste mensen kunnen prima vertoeven in de virtuele wereld, maar een kleine minderheid heeft er moeite mee, blijkt ook uit andere studies. Maar, benadrukken zowel Toneman als Van Goor, dat is gelijk ook de enige mogelijke bijwerking. Soms neemt diemisselijk heid na verloop van tijd ook af. En iedereen kan de apparatuur leren gebruiken, ook zonder bakken gameervaring of digitale kennis.

De volgende vraag is natuurlijk of het helpt. Dit was een pilotstudie met tien deelnemers, te klein om effectiviteit te meten, maar een vervolgstudie zit eraan te komen. Met meer proefpersonen, maar misschien ook een langer behandeltraject of betrokkenheid van een psycholoog. Toneman: ‘Als arts kan ik natuurlijk wel uitleggen hoe deze therapie werkt, maar een psycholoog of psychotherapeut kan dat nog veel beter begeleiden.’

Brillen lenen

Uiteindelijk hopen de onderzoekers ook verzekeraars te overtuigen van de belofte van VR. Want geld is nu nog een belangrijke drempel: een goede VR-headset is duur en wordt meestal niet vergoed. Al wordt Van Goor er een beetje moe van dat velen de technologie nog steeds zien als veelbelovende innovatie die zichzelf nog moet bewijzen. Hij noemt het liever niet eens een innovatie. ‘Het is de innovatiefase al lang voorbij, er is al zoveel bewezen over VR-behandeling bij bijvoorbeeld pijn, stress en angst.’

In het Radboudumc neemt hij het heft daarom in eigen hand, door een VR-loket op te zetten vanuit de afdeling heelkunde. Binnenkort kunnen afdelingen en partners van het ziekenhuis daar apparatuur lenen, inclusief spellen. ‘Er zijn verschillende apps, bijvoorbeeld voor chronische pijn, angstreductie, mindfulness of bewegingsstimulering. We bespreken samen met de afdeling welke spellen geschikt kunnen zijn voor hun patiënten.’ Daarnaast wordt het loket een service- en supportdesk, waar iedereen met technische problemen of vragen terechtkan.

Intussen bood de coronapandemie een kans om VR buiten het ziekenhuis te gebruiken. Toen zich patiënten aandienden die maar moeizaam herstelden van het virus, zette het Radboudteam – samen met de HAN en fysiotherapeuten – een praktijkstudie op naar post-coronarevalidatie. Van Goor: ‘Long Covid was nieuw, dus we wisten nog niet welke spellen mensen aankonden. Maar van patiënten met vergelijkbare klachten, bijvoorbeeld na Q-koorts, wisten we dat er naast fysieke ook cognitieve en mentale achteruitgang is.’ Dus boden ze de veertig deelnemers VR-spellen op alle drie die vlakken aan, zoals memory-achtige opdrachten, ademhalingsoefeningen en allerlei bewegingsoefeningen. ‘Zo was er een spel waarbij ze fruit moesten pakken en dat in de bijpassende boom of struik moesten hangen, dat ging om bukken en strekken. Tegelijkertijd was het een concentratie- en geheugenoefening.’

Natuurlijk heb je niet per se een virtuele wereld nodig voor bukoefeningen, maar VR motiveert wel meer om de oefeningen thuis echt te doen, denkt Van Goor. Een ander voordeel is dat de behandelaar op afstand mee kan kijken welke spellen een patiënt doet en hoe vaak. ‘Eventueel kunnen behandelaars dan bellen om te vragen vaker te oefenen, of juist wat minder. In deze studie zagen we dat mensen zichzelf konden overtrainen, ze vergaten de tijd. Zo was iemand meer dan een uur met een spel bezig geweest, terwijl de fysiotherapeut maximaal een halfuur had aangeraden.’

VR als paracetamol

De revalidatiestudie was geen gerandomiseerd experiment met een controlegroep, dus ook hier valt niets te zeggen over hoe goed VR werkt in vergelijking met andere soorten behandelingen. Maar het team leerde veel over hoe je VR-thuisbehandeling praktisch en logistiek aanpakt. Van Goor: ‘Je wilt patiënten bijvoorbeeld niet vermoeien met allerlei handelingen rondom opstarten. Als ze de bril opzetten, moeten ze direct in hun gepersonaliseerde omgeving zitten.’ Een medewerker van het onderzoeksteam bracht de toolkits nu zelf met de auto rond en belde de deelnemers daarna vanuit het ziekenhuis om hen te helpen opstarten. ‘Als we willen opschalen, moeten we dat anders gaan aanpakken.’

In een grotere vervolgstudie, waarvoor het team recentelijk een subsidieprotocol indiende, willen ze patiënten met Long Covid volledig op afstand begeleiden. Die zouden dan dus überhaupt niet meer naar de fysiopraktijk of het ziekenhuis hoeven te komen voor follow-upafspraken. Het sluit aan bij Van Goors toekomstbeeld van VR, waarin de technologie een vanzelfsprekende metgezel wordt in ons leven. In die toekomst is VR zo toegankelijk en goedkoop geworden dat iedereen het zelfstandig thuis kan gebruiken, zo nodig onder begeleiding van een behandelaar op afstand. Met hetzelfde gemak waarmee we nu paracetamol slikken bij pijn, duiken we dan de VR-wereld in.

About the author

error: Content is protected !!